Aan den toog

Welkom in den drankorgel.
Kan ik u iets aanbieden?
Sla voor de rest maar een babbeltje tegen de andere gasten.

"Eindelijk ben ik er geraakt.
Waard, geef me eens iets om te bekomen."

Een tatiefje?
Of iets minder straf zoals een pot?

"Een pot is goe.
Mercikes"

Een elf komt binnen. Hij heeft nog wat zwarte aarde op zijn mantel. 'Ah, een elf is hier al. Aangenaam. Steviger zijn zombies die ooit elf waren, zwak is dat mensen spul. Dortstig is wat ik ben. Droog is mijn keel. Waard. Hebt ge wa te drinken voor mij? By the way, ik ben Willem en jij?' vraag ik aan de andere elf aan den toog.

"Jij bent iemand naar mijn hart" zegt zifnab "en jij mag me aanspreken met zifnab"

'Wees gegroet Zifnab. Fijn is het om de enige andere elf van oppidi te ontmoeten. Bevalt het leven in deze stad of verlangt u terug naar het elfenrijk?'

Een pot voor beide elfen. Alstublieft, eentje van het huis.

"Het elfenrijk"droomt zifnab weg.
"Neen eigenlijk niet meer.Maar het doet deugt om nog eens met een elf te kunnen praten."

'Een plezier is het ook voor mij om een elf weder te spreken. Terug wil ik wel naar het elfenrijk. Dat het terugkeren onmogelijk is, is slechts de reden dat ik nog niet terug ben. Maar ook hier zal ik er het beste van maken. Maar lukken zal het wel, met een aardig iemand als jij in deze stad.' Een pot word voor mijn neus geschoven. 'Bedankt.' Zeg ik nog tegen de waard.

"Ik zou een toost willen uit brengen,"zegt zifnab" een toost op het beste ras allertijden, DE ELFEN."
"Sante"

'Op de elfen.' Stem ik in en hef mijn beker. 'Proost.' Ik zet mijn beker aan mijn lippen en neem een slok. 'Goede drank is dit. Mijn complimenten aan de brouwer.'

"He waard, complimentjes aan het huis"

"He waard,
Geef eens iedereen die hier is eentje van mijn. Niemand behalve mijn vriend willem dus."

Dat zijn er twee dan. Alstublieft.

'Danken doe ik u. Proost.' zo spreekt Willem en zet het biertje aan zijn mond.